Invoering speculatietaks in 2016

Zaterdag 10 oktober is volgens premier Charles Michel naar eigen zeggen ‘een historische dag’, niet alleen zijn regering was een jaar geleden van start gegaan maar ook een grote belastinghervorming werd aangekondigd. Volgens de minister van Financiën Johan Van Overtveldt is het ‘de grootste belastinghervorming sinds 1963’. Waar de politiek overwegend tevreden lijkt zullen beleggers dat niet zijn met de komst van de speculatietaks vanaf 1 januari 2016.
Wat is de speculatietaks?
Met de speculatietaks wordt een belasting van 33% geheven op meerwaarden op beursgenoteerde financiële producten, zoals onder andere aandelen, welke binnen 6 maanden met winst verkocht worden. In tegenstelling tot veel andere landen waar een vorm van speculatietaks is mogen minwaarden beperkt worden verrekend met de meerwaarden. Zo is er bijvoorbeeld een uitzondering bij verschillende transacties in één en hetzelfde aandeel maar dan volgens het LIFO principe, LIFO staat hierbij voor Last In First Out.
De speculatietaks zal gelden voor alle Belgische beleggers, inclusief beleggingsclubs en burgerlijke maatschappen. Uitzonderingen zijn Belgische vennootschappen en entiteiten onderworpen aan de rechtspersonenbelasting, zoals VZW’s, deze zijn uitgezonderd voor de speculatietaks.
Ergernis om speculatietaks
Onder beleggers heerst al veel onrust en onzekerheid over de invoering van de speculatietaks. Waar eerder werd verwacht dat minwaarden verrekend konden worden met de meerwaarden is dit niet meer het geval. Zo zullen beleggers de speculatietaks alleen kunnen ontlopen wanneer zij aandelen langer dan 6 maanden in bezit houden. Deze maatregel legt de risico’s van het beleggen nog meer bij de belegger en van het eventuele rendement op korte termijn zal de staat meer opstrijken. Naast de onaangename verrassing van deze opzet van de speculatietaks kwam er ook het nieuws van een vervroegde invoering van een hogere roerende voorheffing van 27%. Deze maatregel was gepland voor 1 januari 2017 maar gaat ook per 1 januari 2016 in.
Vanuit de VFB (Vlaamse Federatie van Beleggers) kwamen inmiddels al teleurgestelde reacties. In juli 2015 haalde de VFB al uit naar de plannen voor een speculatietaks met de persmededeling ‘speculatietaks is hatelijk en nutteloos‘. In een eerste reactie liet vertrekkend voorzitter Paul Huybrechts begrijpt bijvoorbeeld niet dat verliezen niet aftrekbaar mogen zijn in de berekening van de speculatietaks. Hij voorziet ook minder interesse in toekomstige IPO’s (beursgangen) en haalde Biocartis als voorbeeld aan. De nieuwe voorzitter van de VFB, Sven Sterckx, voorziet dat de regering hiermee een vicieuze cirkel creëert.
Uitzonderingen voor de speculatietaks
Van een belegger kan niet gezegd worden dat hij een speculant is wanneer hij/zij een aandeel koopt waarop kort daarna een overnamebod komt en daardoor mogelijk binnen 6 maanden na aankoop van het aandeel van de beurs verdwijnt. Er zijn verwachtingen dat de invoering van de speculatietaks sommige beleggers er toe kan zetten om juist meer te gaan speculeren. Denk hierbij aan producten met een hoger risico, zoals opties, turbo’s, CFD’s en binaire opties. Op deze laatst genoemde producten zal de speculatietaks (nog) niet van toepassing zijn maar deze producten zijn of alleen weggelegd voor ervaren beleggers of juist ongeschikt vanwege de mogelijke risico’s. Het beleggen in aandelen lijkt minder aantrekkelijk te worden maar het zal vooral nog meer een langetermijnvisie worden.
Welke toepassing geldt er voor opties die nog minder dan 6 maanden lopen op het moment van aankoop? Deze kan men toch geen zes maanden houden om speculatietaks te vermijden?